Arme rijken en Rijke rijken
observaties aan de Franse Riviera
Français: https://yeswecannes.substack.com/p/riches-riches-et-pauvres-riches
English: https://yeswecannes.substack.com/p/the-rich-rich-and-poor-rich
Español: https://yeswecannes.substack.com/p/los-ricos-ricos-y-pobres-ricos
Als buitenlandse hotelier een boek uitgeven over problemen is altijd een delicate kwestie. Zeker in Frankrijk. Had ik in mijn eerste boek al de hele waarheid opgeschreven, dan was er geen gast meer komen slapen.
Ik schreef vier boeken over de Côte d’Azur, maar het laatste verscheen destijds niet om precies die reden. Alles lag klaar — zelfs de titel Franszalig, bedacht door Peter Koelewijn, de Nederlandse rock-’n-roll-legende en woordkunstenaar. Dat laatste boek verscheen uiteindelijk in 2024, 12 jaar nadat ik het hotel verkocht. Frankrijk leert je geduld.
Het was een manuscript vol rauwe werkelijkheid en ongefilterde meningen.Nu, jaren later, leek dit verhaal me een geschikte binnenkomer voor Substack. De inspiratie kwam van een goede vriendin. Nadat ze het boek had gelezen, vertelde ze dat juist dít verhaal haar bijzonder raakte. Ondanks haar liefde voor de Côte d’Azur — en hoewel ze zélf investeerder in vastgoed is — vermeed ze één specifieke periode van het jaar: de MIPIM, de jaarlijkse, heftige vastgoedbeurs.
Bij deze…
Rijke rijken en arme rijken
Je ontkomt er niet aan: de naam Côte d’Azur roept onmiddellijk beelden op van extreme rijkdom. Oliesjeiks die geld verbranden, filmsterren in absurd dure hotels, en een stoet vaag-rijke figuren, waaronder af en toe een halfbekende Nederlander. Zij hebben het opzichtige, poenerige imago van Saint-Tropez, Cannes, Nice en Monaco vormgegeven. Onterecht, want een paar kilometer landinwaarts vind je natuurreservaten, stille paden en de mooiste Provençaalse dorpen denkbaar.
Op dat piepkleine, overbelichte stukje kust heb je eigenlijk maar twee soorten rijken: de rijke rijken en de arme rijken.
De rijke rijken
Dat zijn doorgaans mensen die werkelijk iets bereikt hebben, een leven hebben opgebouwd en onderweg hun vermogen hebben verdiend — en die voor de Côte d’Azur kozen om idyllische, níét-opzichtige redenen. Ze leiden een normaal maar comfortabel leven. Ze hebben hobby’s, drinken een koel glas rosé bij een warm zwembad, lezen een boek, maken muziek, praten met de bakker en de slager en slapen rustig. Soms rijden ze zelfs rond in kleine gedeukte autootjes die anoniem opgaan in het landschap. Ze pronken niet, ze respecteren de cultuur en de lokale bevolking.
Veel succesvolle Nederlanders hebben jarenlang stilletjes een deel van hun succes geïnvesteerd in een zonnig toevluchtsoord — een leven als God in Frankrijk. Geruisloos genieten ze van goede restaurants, pittoreske terrasjes en de culturele rijkdom van hun nieuwe omgeving.
De schoonheid door de ogen van de gewone mens
Soms nam ik hotelgasten — gewone mensen die keihard werken en elke maand puzzelen om rond te komen — mee naar de haven om de megajachten te bekijken. Ze keken hun ogen uit, vol bewondering maar soms ook met dat stille gevoel van: “Dit is een wereld waar wij nooit deel van zullen uitmaken.” Dan zei ik altijd relativerend:“Prachtige jachten, hè? Maar laat je niet gek maken: minstens de helft ligt aan de ketting van de politie of de deurwaarder.” En elke keer zag ik dezelfde opluchting. Het besef dat veel façade is. Niet alles wat blinkt is goud. En hoe fijn is het dat gewone mensen even kunnen genieten van schoonheid, zonder het gevoel te krijgen dat zij tekortschieten. Ook zij zijn rijke rijken.
De arme rijken
En dan is er — enkele maanden per jaar — een kleinere maar veel luidruchtigere groep. Mensen die de geur van geld volgen, elkaar hier opzoeken en nergens anders meer over kunnen praten dan over geld. Ze voelen een dringende behoefte om te laten zien hoe succesvol ze zijn, zodat de jaarlijkse wedstrijd “wie-heeft-de-grootste-status” kan beginnen.
Mijn conservatieve ouders zeiden altijd: “Praten over geld is net zo vulgair als praten over seks.” En mijn moeder zei van zulke mannen: “Als hij kon, zou hij zijn hele vermogen in contanten bij zich dragen om het aan iedereen te tonen.”
Deze mensen leven in permanente financiële obsessie. Zonder hun euro’s voelen ze zich niets — terug bij af. En helaas zijn zij vaak de bron van de eindeloze stroom krantenkoppen over uitspattingen aan de Côte d’Azur.
Als hotelier zie je veel, maar het blijft verbazingwekkend welke primitieve instincten boven komen drijven zodra iemand denkt dat rijkdom hem boven elke beschaving plaatst.Geld tilt hen niet naar schoonheid of kansen, maar opent een luik naar beneden dat is ingesmeerd met groene zeep — rechtstreeks naar het onderste rioolputje van menselijk gedrag. Onder elkaar lachen ze het hardst om verhalen waarin ze de gewone man op de slinks mogelijke manier zijn laatste cent afhandig hebben gemaakt. Maar…. die gewone mensen hebben ze wel nodig — anders is er niemand die naar hen (of hun geld) opkijkt.
Het trieste deel
Deze luidruchtige minderheid krijgt structureel meer media-aandacht dan de duizenden prachtige plekken, de cultuur, de geschiedenis, het klimaat, de azuurblauwe Middellandse Zee en de warme, hilarische of ontroerende ontmoetingen met typische Franse locals.
Doorgaans komen ze uit dezelfde snelle werelden: vastgoed en autohandel, sectoren waar soms in korte tijd veel geld binnenkomt. En dan heb je de foute media, de glamour journalisten die als menselijke selfie-sticks leven. Ze laten zich uitnodigen door precies die mannen waar ze later zo graag over schrijven — tickets, hotels en champagne inbegrepen. Ze worden een week lang van feest naar feest gesleept, knikken beleefd, lachen mee, poseren voor foto’s…en schrijven daarna net genoeg aardigs om volgend jaar weer uitgenodigd te worden. Ze strelen de ijdelheid van de gastheer, niet zijn reputatie.
Ondertussen krijgen cultuur, gepassioneerde wijnboeren, schilders en beeldhouwers zelden aandacht. Er is zoveel moois hier.
Het jaarlijkse ritueel
De arme rijken volgen ieder jaar exact hetzelfde patroon. Ze arriveren, bellen elkaar en vergelijken uitnodigingen. Er is een ranglijst van feesten waar je bij móét zijn.Geen uitnodiging? Paniek → bellen → bedelen → betalen → alsnog binnenkomen. Wil je ze zien? Heel eenvoudig:
Lunch: La Guérite (Île Sainte-Marguerite) of Nikki Beach (Saint-Tropez).Diner: La Môme of Le Baôli (Cannes). Daarna: drinken, schreeuwen, dansen. En wanneer de drank werkt en de muziek harder wordt, verschijnen de “Russettes”: vroeger Oost-Europees, inmiddels uit alle windstreken. Mooie jonge vrouwen die als dessert op de tafels dansen en zich laten bewonderen door hun dronken gastheren. Vaak volgt een royale bonus als ze meegaan naar het hotel.
Een ober vertelde me ooit dat ze niets van wijn weten; ze kiezen simpelweg de duurste fles. Soms is dat een mierzoete dessertwijn. Ze merken het niet. Het personeel wel, die vertellen me lachend hun verhalen.
Arme rijken worden vaak vergezeld door bekende Nederlanders — voetballers en lichtgewicht artiesten — die vooral dienen als decorstukken, bedoeld om ter plaatse indruk te maken op hun rijke “vrienden”.
(Pikant detail: jarenlang klaagden veel MIPIM-bezoekers over een tekort aan escortdames. Tegenwoordig wordt jaarlijks een vliegtuig vol Nederlandse escorts ingevlogen om de Franse collega’s te ontlasten.)
En ’s ochtends? Aspirine, valium, cocaïne, zonnebril en een verplicht telefoontje naar huis:
“Schat, het is hier geweldig! Fantastische sfeer! Top-business gedaan!”
De MIPIM brengt de horeca in vijf dagen meer op dan het wereldberoemde Filmfestival in tien dagen.
En hoe ik dit allemaal weet? Ik was erbij.
Als toeschouwer — uiteraard.
“Dress as well as you can afford — rich but not flashy — for clothes make the man, especially in France.”
— William Shakespeare

